Abbildungen der Seite
PDF
EPUB

behoude off oijt in 't werck sal stellen. In Worverveer, desen 16 Dec. 1644. Was onderteekent Petrus Joannis, predicant tot Worverveer en Saendyck.

Gecoll. etc.

17 Dec. 1644.

-

SIMON LANTKNECHT.

Edele Mogende Heeren. Mynheeren, achtervolgende UEd. Mo. aenschryvens van den 5 Dec. verleden, hebbe ick ondergeschreven bailliu van Bloys, my getransporteert binnen den dorpe van Wormerveer, ende aldaer mijn deb voir gedaen, om mij te informeren van 't feyt, dat Niel Gerritsz. aen den predicant aldaer soude hebben begaen. Soo is sulx, dat ick anders geen informatie tot laste van voors. Niel Gerritse hebbe connen crygen, als dese bygaende. Te meer alsoo hy een dronckaert, oudt ende kreupel, ja by wylen niet wel by syn verstant en is; ende hem 't selve by den predicant aldaer is vergeven, gelyck UEd. Moge uyt dese nevensgaende verclaringe, copie authenticque, sullen connen sien. Hiermede etc. In Beverwyck 21 Dec. PIETER VAN MYEROP. 1644.

1644.

Vonnis van het Hof of verbeurdverklaring der Papenkerk enz. op Texel. A° 1648.

Dictum tusschen Claes Claessen, out-burgermeester op den eylanden van Texel, Jacob Reyersz. Voocht, weesmeester, Jacob Jansz. Schagen, out-schepen ende Pieter Jacobsz. Copgens, poldermeester aldaer, impetranten in cas d'appel ende van de requeste civile cum sociis gevoechdens ende opposanten voor haer intrest. Contra Dirck van der Does, bailluw van voors. eylanden van Texel gedaechdens in 't selve cas.

'T Hoff etc. rejecteert de requeste civile, bij de impetranten van de hooge Overheyt geobtineert, doet te niet

Bijdragen Gesch. Bisd. v. Haarlem. VIIe Deel.

7

de sententie van den Rade provinciael in questie, voor soo veel daerby verclaert wert verbeurt vervallen, ende geconfisqueert te syn het huijs ende erven, staende ende gelegen in de Molenstraet, jegens Capiteyn Niehoff, het halve ofte achterhuijs van Aeff Cornelis in de Cooch ende het bespreck van 150 gl. geseijt te berusten onder vrouwe Lambrechts; mitsgaders voor sooveel by de voorsz. sententie verclaert wert de verdere partijen van goederen in deselve sententie gespecificeert, geappliceert te sullen werden: de eene helft ten behouve van den officier ende d'andere helfte van den aenbrenger. Doende recht, ontseijt den gedaechden synen eysche ende conclusie by hem op ende jegens d'impetranten voor den voors. hove provinciael diesaengaende gedaen ende genomen, ende verclaert de voors. vordere goederen vervallen te sijn, aen 't gemeenen landt van Hollandt ende West-Vrieslandt, omme by somme by de Ed. Gr. Moge Heeren Staten van selven landen geappliceert te werden: daer ende soo deselve bevinden sullen te behooren; mits dat de gedaechde als officier voor sijne costen ende moeijten naer exigentie van saecke sal werden vergoet. Verclaert partyen ter wedersyde, soo nopende de mulcte van twee hondert gulden, als anders bij 't vorder innehouden van voors. sententie in questie te wesen niet beswaert, behoudelyck dat uyt den verbeurde schuijre by Peter Claesz. ende Cornelis Lubbrechts gecocht van Yseling Claesdhr. ofte uyt de penningen, daervan te procedeeren, aen deselve Ysselingh Claes haer leven lanck gedurende jaerlycx uytgereyckt ende betaelt sal werden, den intrest tegens vijff ten Hondert van 500 gl. hoofdsomme ende nopende het silverwerck by de impetranten voor den Hove provinciaal by reconventie geeijscht, bevint 't proces niet in state om eyntelyck getermineert te werden. Ordonneert d'impetrant te bewysen: dat 't selve silverwerk eenige particulieren

van partijen in desen, in eygendom is toebehoorende, ende niet de pretense kercke ofte 't gemeen, behoudens den gedaechdens daertegens zyn debat ende bewijs ter contrarie, omme daerby den Hove gedisponeert te werden, naer behooren. Condemneert d'impetranten in twee derde paerten van de boeten van 't fol appel, gerejecteerde requeste civile ende van de costen van de processe tot taxatie van den hoogen Rade, ende compenseert het verder derde part omme redenen. Gepronunchieert den 22 Dec. 1648. 'T Hof doende recht etc. rejecteert de requeste civile by de hooge Overheyt geobtineert, ontseyt henluyden haren eysch ende conclusive in desen, op ende tegens de geopposeerde gedaen ende genomen ende compenseert de costen, om redenen. Gepronunchieert den xxii Dec. 1648.

Het Hof aan den schout van Seventer, wegens het bezoek van Kabauw door een priester. A° 1649.

[ocr errors]

Eersame, wyse, discrete, lieve, besundere. Alsoo wy bericht werden dat by den paap ende Papisten van Cabauw groote insolentien ende stouticheden werden gepleecht: int celebreren, continueelycken (van) missen ende andere paapsche superstitien; nyettegenstaende de placcaten van den Lande daertegens geëmaneert. Soo ist dat wij nyet hebben willen ledich staen U. E. mits desen daervan advertentie te geven ende daerby vanwege de hooge Overicheijt te belasten ende bevelen, dat U. E. nijdt naelaten sal den voors paap, woonende binnen Schoonhoven, ende ordinaris syn passagie nemende door de jurisdictie van Zeventer, 't selve met mogelyke middelen te beletten, ende contrarie poogende te doen, tegens denselven ende alle andere, in conformité van de voors. placcaten te procedeeren; waertoe wy ons verlaten sullen. Hyermede Eer's Hage, 23 Apr. 1649.

same enz.

A. V. L. S. J.

VIER PAROCHIEN IN DE MIDDELEEUWEN.

HEEMSKERK, BEVERWIJK, ZOETERWOUDE

EN

HAZERSWOUDE,

(Vervolg van Dl. VI, blz. 43.)

III.

ZOETERWOUDE.

In de schaduw der wallen van de sleutelstad ligt het dorp en de ambachtsheerlijkheid Zoeterwoude tot wier gezag het overoude Leiden in vroeger eeuwen zou behoord hebben, maar aan wier gebied het reeds in lang vervlogen tijden is ontwassen. ') Dit toont voldoende aan, dat we hier te doen hebben met eene parochie die haar bestaan en hare geschiedenis bij menige eeuw telt, doch toevalligerwijze is die historie zeer beknopt en zou, voor zoo ver men dat hier en daar opgeteekend vindt, samen te vatten zijn in eene naamlijst der ambachtsheeren en de jaren waarin zij met hun leengoed verleid zijn geworden. Een gewichtig feit wordt het genoemd, dat in 1350 door een huisman in Zoeterwoude, het eerst het bemesten van landerijen toegepast en daarmede aan den akkerbouw een rijke bron van voorspoed geopend werd. 2) Dit teekent genoeg; we zijn hier in het vruchtbare Rijnland, het gebied van de bekoorlijke rivier, die voor dat ze aanstonds bij Katwijk zich met de zee vereenigt, als eene laatste gedachtenisgave, het edelste en kostelijkste wat zij kan schenken over haar stroomgebied uitstort.

[ocr errors]

1 Zie Prof. R. Fruin in: De Gids, 1873 II, bl. 122. 2) V. D. Aa. Geogr. Woordenboek, Dl. X, bl. 559.

Men heeft reeds begrepen dat de bevolking van Zoeterwoude haar voornaamste bestaan in den landbouw vindt en de sprake gaat, dat daar de beste Leidsche boter gemaakt wordt. De burgerlijke gemeente telde op 31 December 1877 3706 inwoners, waaronder 2457 R. Kath. die hier twee kerken hebben, de eene in het dorp-zelf met de herinnering aan St. Jans- onthoofding, de andere aan den hoogen Rijndijk, toegewijd aan O. L. Vrouwe Onbevlekte Ontvangenis. Mogen nu de geschiedkundige berichten in waerlicke saecken" weinig te beteekenen hebben, hetgeen wij tot nu toe weten van het geestelick regiment" daalt tot een nog onbeduidender minimum, en al worden ook in de volgende bladzijden eenige mededeelingen uit het kerkelijk leven der parochie Zoeterwoude onder de oogen van den lezer gebracht, zoo zal toch zijne toegevendheid herhaalde malen moeten aanvullen, wat de pen van den kronijkschrijver in gebreke bleef te boek te stellen.

Het ambacht van Zoeterwoude werd, zoo vinden we vermeld, ') in het jaar 1304 op woensdag na St. Valentijn door Willem van Henegouwen, als eene heerlijkheid in leen uitgegeven aan Heer Phillips Van Santhorst. Dit is de eerste maal, voor Zoover we weten, dat iemand er mede verleid werd; misschien wel, omdat het toen eerst de moeite waard was het in leen te bezitten en te voren niet het begeerig oog van een of ander edelman had getrokken. Maar het was niet aan den adel alleen, dat Willem van Henegouwen, Zoeterwoude schatplichtig maakte, want betrekkelijk weinig jaren daarna, in den aanvang van 1316 schonk hij twee kampen lands onder Zoeterwoude, aan de Commanderij van St. Jan te Haarlem, voor eene kapellerij ten bate der zielen van

1) Fr. Van Mieris Beschrijving der stad Leiden, Dl. II, bl. 631.

« ZurückWeiter »