Het Leeskabinet, Bände 1-2;Band 21

Cover
Hendrik Frijlink, 1855
 

Andere Ausgaben - Alle anzeigen

Häufige Begriffe und Wortgruppen

Beliebte Passagen

Seite 192 - Und so lang du das nicht hast, Dieses: Stirb und werde! Bist du nur ein trüber Gast Auf der dunklen Erde.
Seite 111 - Heer den zegen, Daar woont Hij zelf, daar wordt Zijn heil verkregen, En 't leven tot in eeuwigheid!
Seite 110 - Gij hebt, o albestierend Koning, de plaats bestemd van ieders woning, den kring, waarin hij werken moet.
Seite 112 - Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen, Men loov" Hem vroeg en spa; De wereld hoor' en volg' mijn zangen, Met amen, amen na!
Seite 111 - Ai zie, hoe goed, hoe lieflijk is 't, dat zonen Van 't zelfde huis, als broeders, samenwonen...
Seite 171 - Het is een dier voor onze geestelijke ontwikkeling noodwendige overgangstijdperken, welke wij ons wel wachten moeten als absoluut noodlottig te beschouwen...
Seite 165 - Van der Hoop. En misschien vergeet ik er nog een paar. 't Verband tussen dichterschap en drogistenafkomst viel trouwens toentertijd al op. In het spotterstijdschrift „heel in rijm", „Braga", vestigde een anonyme hekelaar er in 1842 al de aandacht op: „Hun wieg stond tusschen lauwerblaren, en versch geplukte myrthen in; omdat de vaders van 't gezin, drogisten of aptekers waren. . . ." (Tussen haakjes, deze spotter bleek later de dichter JL van der Vliet te zijn, meer bekend als „Boudewijn"...
Seite 163 - Wie zegt nu nog Met schuddend hoofd, dat Holland op de flesch is? De schatkist is misschien wat lens *) — maar och , Wat zegt dit waar de muze schutsgodes is?
Seite 219 - Die sijn kraem weet op te proncken Na den eysch, en na den tijt, Doet den kooper daer op loncken, En hy wort sijn waren quijt.
Seite 219 - Doch onder dit beslagli verneemt men vreemde saken , Die wy met ons verstant niet recht en konnen raken : Dat genen heeft verrijckt, heeft desen uytgeput: Dat elck is even na, is elck niet even nut.

Bibliografische Informationen