Wondertooneel der nature, Teil 1

Albula Aluin angels Ariſtoteles aſchgraauw Bellonius beſchreeven beſchrijvinge bijna Bitumen blaauw blank boovenſte borſt bruin buik deeſe dewijl dier Eendvogel eenige eerſte Endvogel Franſen gantſch gedaante geel geheeten gelijk gelijkenen gemeene genoemt geſlagt geſlagten Geſnerus geſtalte geſtelt geweeſt gezegt glad Grieken groen groote grooter grootſte Hagedis hals heel hemelsblaauw hoofd ijſer Indiſche kaakebeenen kleinder kleine konnen Krabben Kreeften Latijnen maaken mannetje meêr Meerel meeſt moogelijk Moſch naam naamentlijk natuur noemen noemt nogtans ofte onderſcheiden onderſte onze Patrijs plaatſen Plinius regt Reiger Rondeletius rood ſap ſchaal ſchaalen ſcherp ſchijnen ſchijnt ſchinkels ſchobben ſchoon ſchrijft Schulpvis Slang ſnuit ſommige ſomtijds ſoort ſoorten Sprinkhaan Squilla ſtaande ſtaart ſteen ſteenen ſtellen ſtelt ſtreepen tuſſchen vaſt veêren verf verhaalt verſcheide verſchillen verſchilt verſiert verven vinnen viſſen vlakken vleeſch vleugels voeten vogel voornaamentlijk voorſte want water weezen Wijders wijfje witägtig zagt zeekere zegt Aldrovandus zelfſtandigheid zelve zwart zwartägtig Zwavel