Abbildungen der Seite
PDF
EPUB

DE NAEMEN DER PRIESTERS DEWELCKE DOOR DE GENA· DIGHE GUNST VAN ONSE EDELE ENDE GROOTAECHT

BAERE HEERE, SULLEN DIENEN DEN 1 EN 2 AUGUSTI INT BOOMTIE. ') (TE AMSTERDAM.)

D'heer Mensingh werelts priester tot Amsteldam.
D'heer van Breughel werelts priester tot Munnickendam.
D'heer Venninx werelts priester tot Abcou.
Pater hieronimus Missionarius tot Amsteldam.
D'heer Neleman werelts priester tot Anckeveen.
D'heer Van der Burght werelts priester tot Amstelveen.
D'heer van Schyck werelts priester tot Amsteldam.
D'heer de Jagher werelts priester tot Amsteldam
D'heer van Eck werelts priester tot Maersem.
D'heer Vlamingh werelts priester tot Moyerdrecht.
D'heer Boddaert werelts priester in de Vene

Fr. G. E. OVERBEKE,

Priester int Boomtie tot Amsteldam.

Van buiten staat:

Naemen van priesters die op 't feest van Portiuncula geadmitteert syn voor twee daghen den dienst te doen.

Sted. Arch. Lade R n° 10, Stuk 13.

Amsterdam, October 1887.

BERNARD J. M. DE BONT.

ERRATUM.

bl. 18, regel 1 v. b. staat incipiebant; lees: incipiebat

1) Het jaartal ontbreekt.

BIJDRAGEN

VOOR DE

GESCHIEDENIS VAN DE ABDIJ TE MIDDELBURG

EN VAN HET

NONNEN-KLOOSTER TE ZOETENDAAL.

I.

In December 1886 plaatste ik in De Katholiek de naamlijst van alle Middelburgsche Norbertijnen, die na den dood van Mattheus van Heeswijk hunne stemmen uitbrachten voor de verkiezing van een nieuwen abt. Ik giste toen dat die lijst was opgemaakt in 1559 of 1560 en dit wordt bevestigd door het Nauwkeurig verhaal van de aanstelling des Eerw. Heeren Nic. de Castro tot eersten Bisschop van Middelburg.... door Quintyn Weytssen, een boekje dat mij later in handen viel. Men leest daar op bladz. 11 en 161 de namen der Premonstratenzers, die in 1561 tot gemelde abdij behoorden. Toen Nic. a Castro den 29 Oct. 1561 als abt werd ingeleid waren vijf heeren afwezig, waarschijnlijk omdat zij te ver afwoonden, want zij waren Vincentius Mulok, Pastoor en Nic. Hasselt, Proost te's Hage, Lamb. Olmen, Pastoor en Jo. Cornelii Hagensis, Kapelaan te Monster, alsook de Proost der abdij Lamb. Scillinck van Delft.

Doch den 12 Nov. 1561, toen Nic. de Castro als Bisschop werd ingeleid, waren alle religieuzen aanwezig, zooals op bl. 10 aldaar uitdrukkelijk gezegd wordt. Beschouwt men nu hunne namen en hoedanigheden, dan ontwaart men, dat er acht personen ontbreken van de 35, die bij de bovenvermelde abtskeuze genoemd worden,

Bijdragen Gesch, Bisd. v. Haarlem XVe Deel.

12

dat alle overige namen hier en ginds dezelfde zijn, dat echter ook verschillende bevorderingen hebben plaats gehad. Zoo groote veranderingen kunnen bezwaarlijk in één enkel jaar geschieden, waarom wij genegen zijn de abtskeuze zoo ver mogelijk terug te schuiven en haar te plaatsen niet in 1560, maar reeds in 1559 of liever 1558, weinige weken na den dood van den voorgaanden abt, wanneer ook gewoonlijk in de Prem. Orde eene nieuwe keuze plaats greep. Om dit nader te bevestigen, wil ik hier de veranderingen en bevorderingen aanwijzen.

De acht leden, die den 12 Nov. 1561 waren overleden of de orde hadden verlaten, zijn: Hugo Hagiensis, Pastoor in Westkapelle; Petrus van Middelburg, Pastoor in Grijpskerke; Christophorus van Rosendaal, ziekenmeester; Marinus van Gous, Kap. in Serooskerke; - Willem Placieci, circator (d. i. rondlooper, toeziender); - Cornelius van Mechelen en Gerardus van Utrecht, cantor (voorzanger), alsook Rumoldus Reymarius, S. T. L., Deken van de collegiale kerk te Souburg en lector in de abdij. De laatste was den 29 Oct. 1561 nog getuige bij de voormelde inleiding (zie het boekje, bl. 165), doch niet als lid der abdij. Als men de naamlijst der abtskeuze naziet, zal men bemerken, dat hij in 1558 of 1559 heeft medegestemd, waarschijnlijk niet als abdijlid, maar als lector.

De promoties, welke tusschen de abtskeuze en de inleiding op 12 Nov. 1561 hadden plaats gehad zijn de volgende:

Paulus Hessels van Gorcum, eerst kap. te Westkapelle, was daar pastoor geworden en als kap. opgevolgd door Antonius van den Bosch '), die bij de abtskeuze nog eenvoudig priester was.

1) Ant. v. d. Bosch en Nie. v. Mechelen zijn later afgevallen. Zie De Katholiek LIII, 233, 234.

Petrus Joannis van 's Hage, eerst pastoor van Meliskerke, was overgeplaatst naar Grijpskerke, en in zijne eerste standplaats opgevolgd door Willem Naaldwijk, die bij de abtskeuze pastoor van Oud-Vlissingen werd geheeten. De laatste pastorie stond in 1561 ledig.

Joannes Adriani van Dortrecht, eerst Supprior, was in 61 kapelaan te Serooskerke en als supprior (onderPrior) staat nu aangeteekend Willem van Rosendael, die bij de abtskeuze succentor (ondervoorzanger) was. In 61 was succentor Theodorus Cobbelgiers van Antwerpen, vroeger slechts diaken.

Cantor was in 61 Willem Mich. van Westcapelle, bij de abtskeuze alleen priester. Het ambt van ziekenmeester was in 61 nog niet aangevuld. Tot circator was benoemd. Joannes Floreff, bij de abtskeuze nog alleen priester. Joannes Cornelii van 's Hage, bij de abtskeuze novicenmeester, was in 61 tot kapelaan van Monster bevorderd, zijne vorige plaats ledig latende, omdat geen novicen aanwezig waren.

Cornelius van Eykenduynen, eerst kap. te Vlissingen, was als zoodanig verplaatst naar Oud-Vlissingen en heet nu vice-curatus, omdat hier geen pastoor benoemd was. Judocus van Someren, bij de abtskeuze nog diaken, was priester geworden en Joannes Judoci Lancines van Middelburg met Corn. van Dortrecht, eerst alleen geprofest, waren reeds den 29 Oct. 61 (zie bladz. 162) diakenen.

Alle overigen hadden dezelfde bediening behouden. De bevorderingen echter schijnen talrijk genoeg, om een tusschentijd van drie jaren te vorderen. Wij plaatsen dus de abtskeuze, waarover in De Katholiek, liever in het jaar 1558, minstens in 1559.

II.

Nu zijn mij nog verschillende stukken ter hand gekomen, die voor de geschiedenis der Abdij van het grootste belang zijn. De eerste betreffen hare vroegste jaren en daaronder is eene bulle van den tegenpaus Victor van 1162, waarvan de Bollandisten (ad 6 Juni appendix) den datum alleen gekend hebben. Men vindt hier de oudste abten van Middelburg, de oudste parochien van Walcheren en eenige wetenswaardigheden omtrent Vechten en Wiltenburg bij Utrecht. Die stukken echter, nog nooit uitgegeven, blijven bewaard voor het leven van den H. Norbertus, dat, zoo ik hoop, eenmaal het licht zien zal.

Andere bescheiden nopens de verkiezing van latere abten te Middelburg en van Proosten te Zoetendaal worden hier medegedeeld. Zij zijn deels in de 15°, deels in de 16 eeuw, gecopiëerd en saamgebonden in een boek, dat nog vele andere akten bevat van abtsverkiezingen in Premonstrateuzer abdijen en dat naar allen schijn geschreven is, om de wijze der verkiezingen van vroegere eeuwen kenbaar te maken. Men vindt er de verkiezingsakten van de abdij te Antwerpen in de jaren 1372 21. Febr., 1390 18 Nov., en 1414 27 April van Braine of St. Yved 1394, 26 Oct.

1368, 1422 en 7 Jan. 1424

[ocr errors]

van Averbode 26 Juli

van Tongerloo 17 Juni

1428 van Grimbergen 9 Oct. 1367 1350 en 1356.

van Drongen

Wij zullen ons alleen met die van Middelburg en Zoetendaal bezig houden, omdat deze kloosters in het vaderland gelegen waren.

Van Middelburg hebben wij drie verkiezingen: 16 Oct. 1422 17 Juli 1438 en 13 Jan. 1465. Van Zoetendaal twee: 7 Dec. 1418 en 27 April 1449. Daarbij nog eene commissio ad visitandum van 13 Aug. 1461. Eene

« ZurückWeiter »